Je bent een keer aan beurt. Want op (bijna) elke school moet ieder kind wel een keer een spreekbeurt houden. Alles-over-orgels helpt je graag bij het voorbereiden en houden van een spetterende spreekbeurt over het orgel.
Waar begin je mee? Eerst een onderwerp kiezen natuurlijk. Als jij veel weet over het orgel (met hulp van Orgelkids ) kun je daarover vertellen. Maar in een spreekbeurt gaat het niet alleen over wat jij interessant vindt. Je moet ook je publiek weten te boeien. Ze moeten enthousiast worden, zodat ze er meer over willen weten. De kunst is daarom je te beperken en in de beschikbare tijd een kort en bondig verhaal te vertellen.
Goed, jouw spreekbeurt gaat dus over het orgel. Het probleem is nu alleen: je kunt daar heeeel veel over vertellen. Te veel. Maak daarom je onderwerp kleiner. Vertel niet over ‘het orgel’, maar over hoe het orgel werkt. Of over het werk van een orgelbouwer, of over een belangrijke componist van orgelmuziek. Hieronder vind je een voorbeeld waarbij in acht stappen een spreekbeurt wordt ontwikkeld voor het onderwerp ‘Zo werkt het orgel’. Op ongeveer dezelfde manier kan je het aanpakken bij een spreekbeurt over bijvoorbeeld orgelbouw of orgelmuziek. Dan moet je natuurlijk wel wat aanpassen, maar de grote lijn blijft hetzelfde.
Je hebt besloten iets over de werking van het orgel te gaan vertellen en in het bijzonder over de techniek van het
muziekinstrument.
Dit is natuurlijk een belangrijke stap. Maar die had je eigenlijk al genomen. Toch is het goed om nog eens voor jezelf na te
gaan waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen. En of je er al voldoende van af weet om er een leuk verhaal over te vertellen.
Maak eerst een lijstje met deelonderwerpen. Stel jezelf vragen en zoek daar antwoorden bij. Bijvoorbeeld:
- Wat hoor je precies als een orgel wordt bespeeld?
- Wat voor type instrument is het orgel?
- Hoe komt de wind in de pijpen?
- Hoe komt de wind in het orgel?
- Hoe bespeel je het instrument?
- Hoe krijg je zo veel verschillende klanken uit een orgel?
- Wat moet een organist allemaal kunnen?
Je moet natuurlijk als spreker wel deskundig overkomen. Ook al weet je al best veel, je moet nog informatie zoeken. Misschien heb je krantenknipsels of een boek. En je kunt natuurlijk op internet gaan zoeken. Speur maar eens goed op deze website. Misschien ken je wel iemand die er veel van weet en waar je eens mee kunt praten. En denk er ook eens over na of je straks iets kunt laten zien en of je iets op het bord kunt presenteren.
Maak nu een eenvoudig schema voor wat je wilt gaan vertellen. Misschien helpt het je om eerst een woordweb te maken. (Schrijf in het midden van je papier het onderwerp. Schrijf daar omheen de dingen die ermee te maken hebben en trek daar lijntjes heen. Schrijf om die dingen heen ook weer dingen die ermee te maken hebben.)
Bijvoorbeeld als volgt:
- Met deze deelonderwerpen ga je je verhaal bedenken. Bijvoorbeeld zo:
Inleiding: Ik wil iets vertellen over het orgel en in het bijzonder over het kerkorgel, omdat … (vertel wat je leuk
vindt aan het orgel en of je er zelf op kunt of wilt spelen).
- Deel 1: Ik ga uitleggen hoe het orgel werkt. Het orgel is een heel groot instrument dat heel slim is ontworpen. Een groot
orgel vind je in de kerk, maar daar zie je nog maar een deel van het orgel…. (vertel wat je ziet van de voorkant van een orgel, en wat er allemaal nog verstopt zit achter het front, hoeveel
pijpen een groot orgel soms wel heeft, enz.).
- Deel 2: Ik wil speciaal iets vertellen over hoe het orgel werkt en hoe daar nu geluid uit komt…. (vertel iets over pijpen,
windlade en ventielen, over de functie van de toetsen om de ventielen te openen, over de magazijnbalg en de manier waarop de wind daar in komt, enz.).
- Deel 3: Om het orgel te bespelen maak je gebruik van handen en voeten. De organist moet niet alleen de muziek spelen, maar
ook kiezen uit de verschillende klanken! (Vertel iets over de verschillende registers, laat zo mogelijk iets horen.)
- Afsluiting: Ik kan er natuurlijk nog veel meer over vertellen, maar ik wilde jullie eerst kort kennis laten maken met het
orgel. Ik hoop dat jullie het interessant vonden en als er nog vragen zijn dan wil ik graag proberen ze beantwoorden.
Deze stap is niet echt noodzakelijk, maar als je een beetje onzeker bent helpt het vaak wel.
Let op dat je het opschrijft alsof je het aan een ander vertelt. Gebruik geen moeilijke woorden of leg ze uit. Maak geen
te ingewikkelde zinnen, die je zelf nooit zou zeggen.
Alle begin is moeilijk. Daarom moet je oefenen. Lees je spreekbeurt hardop voor, alsof je voor de klas staat. Praat niet te
snel. Je hoort nu waar het niet lekker loopt, meestal omdat je het te mooi wilt zeggen. Als dat zo is dan pas je de tekst aan.
En als je eindelijk tevreden bent nodig je je ouders uit voor een proefoptreden. Luister goed naar de tips die je proefpubliek
je geeft.
De kunst is om je toespraak niet domweg uit je hoofd te leren. Als je echt weet waar het over gaat is dat ook niet nodig. Dan
heb je genoeg aan een paar ‘spiekbriefjes’ waarop de hoofdpunten van stap 4 staan. Maak voor elk onderdeel van het schema een apart ‘spiekbriefje’. (Je kunt voor je presentatie op het digitale
schoolbord eventueel ook PowerPoint of een Prezi gebruiken). Aan de hand hiervan houd je dan je spreekbeurt. Natuurlijk lees je niet voor wat er op je sheets staat. Je kunt je verhaal nu vast
bijna uit je hoofd vertellen.
(Kijk maar eens hoe ervaren tv-presentatoren dat doen. Die hebben ook vaak een stapeltje blaadjes of kaartjes in hun handen.
Eigenlijk alleen voor als ze draad even kwijt zijn.)
Stel je goed voor hoe je wilt dat je spreekbeurt verloopt. Jij bent nu de baas en iedereen is benieuwd wat je te vertellen hebt. Doe net alsof je je publiek nog nooit hebt gezien en alsof de toehoorders speciaal zijn gekomen om door jou te worden geïnformeerd.
Natuurlijk ben je een beetje zenuwachtig. Dat hoort erbij, dat hebben bekende Nederlanders ook heel vaak voordat ze optreden. Maar als ze eenmaal op gang zijn…
Schrijf voor je begint de titel van je toespraak op het bord of maak een sheet met de titel in je presentatie.
Haal diep adem en spring in het diepe…
Wijs op het bord en zeg dat je iets wilt vertellen over het grootste muziekinstrument: ‘Zo werkt het orgel’. Zeg daarna dat je het fijn vindt als eventuele vragen worden bewaard totdat je je verhaal hebt afgerond. (Dan word je niet steeds afgeleid en kun je je beter concentreren op de grote lijn van je verhaal.) Kijk de klas in, haal nog een keer diep adem en steek je verhaal af…
Veel succes!
Leestip:
Wil je eerst nog wat meer inspiratie? Er is een leuk boek over een jongen die een spreekbeurt moet houden over het orgel. Het heet “De leukste spreekbeurt”. Je kunt hem in de bibliotheek vast wel vinden.
Wil je meer informatie ga dan naar ''soorten orgels'' of ''wikipedia''.